Alle informatie binnen een organisatie (digitaal en niet-digitaal) moeten goed worden georganiseerd. Alleen dan kan informatie 100% actueel, betrouwbaar en kwalitatief in orde zijn. Het vormt de basis om informatiebehoeftes die voortkomen uit verschillende bedrijfsprocessen succesvol te transformeren naar een informatievoorziening. Het begint met de beheersing van informatie; het doel van Strategisch Informatiemanagement. Zodra er op Strategisch Informatiemanagement wordt ingezet, levert dit doorgaans effectiviteit en efficiëntie op wat vervolgens leidt tot:
In dit artikel, Schreef Martijn Buurman, CIO en Consultant van IV-Experts.com en Trainer van Gladwell Academy, over de doelen van Strategisch Informatiemanagement.
Om een visie te vormen op Strategisch Informatiemanagement wordt vaak het negenvlaksmodel van Rik Maes et al. gebruikt. Het model is de kapstok voor vraagstukken over informeren en communiceren in een organisatie. Er worden drie besturingsdomeinen onderscheiden. Dit zijn de partijen die ook een rol spelen in Strategisch Informatiemanagement:
De besturingsniveaus die worden gedefinieerd zijn strategie (richten), tactiek (inrichten) en operationeel (verrichten). In het model staat de informatievoorziening centraal. Het is een handig hulpmiddel om over processen en functies van Informatiemanagement en ICT te praten en te komen tot een strategisch plan.
Het strategisch plan vanuit de organisatie is nodig om informatie en de informatievoorziening goed te kunnen managen. Hierin is onder andere opgenomen:
De antwoorden op deze vragen moeten vanuit het oogpunt van Strategisch Informatiemanagement worden vertaald naar:
Maar voordat er een stap wordt gezet, is het belangrijk dat de impact wordt bekeken. Stel dat er een beleid verandert: wat is hiervan dan de consequentie voor de gebruikers van de informatievoorziening? Je kunt ervan uitgaan dat elke aanpassing zijn sporen in de organisatie nalaat. Dit kan in de praktijk betekenen dat mensen op de werkvloer geconfronteerd worden met veranderingen van bovenaf zonder dat ze de reden weten. Er moeten vragen gesteld worden, zoals:
Dit is waar de Informatiemanager zijn toegevoegde waarde laat zien, want hij stelt deze vragen en handelt ernaar. Hij is verantwoordelijk voor een gezonde informatiestroom, weet wat de impact van veranderingen is of brengt dit in kaart. Een doortastende Informatiemanager overziet de processen, systemen en de mensen die ermee werken. Toch is er geen vaste rolomschrijving voor de Informatiemanager. Bijna elke organisatie vult de functie namelijk anders in. Wel zijn Informatiemanagers vaak de spin in het web wanneer het aankomt op Informatiemanagement. Het ideale plaatje is dat de Informatiemanager:
Hoewel de rol van Informatiemanager per organisatie verschilt, zijn er wel taken en verantwoordelijkheden te benoemen die logischerwijs uit de rol voortvloeien. Zaken waar hij zich onder andere mee bezighoudt zijn:
De Informatiemanager speelt een sleutelrol in de organisatie. Om adequaat door de organisatie te bewegen en de zojuist besproken verantwoordelijkheden op zich te nemen, is er een set soft skills waar hij niet zonder kan. Een effectieve Informatiemanager is over het algemeen:
Diepgravende inhoudelijke kennis van systemen of ondersteunende middelen heeft een Informatiemanager eigenlijk niet nodig. Met de technische kennis die de Informatiemanager wel heeft, kan hij een brug slaan tussen de processen en IT. Ook belangrijk zijn kennis van primaire processen, de core business en het vermogen om vraagstukken van bovenaf te bekijken. De Informatiemanager weet verder wat er in de wereld gebeurt en is in staat om vooruit te kijken op basis van ontwikkelingen die gaande zijn. Hij is op de hoogte van relevante interne en externe ontwikkelingen rondom de informatievoorziening (ook wat betreft technologie). Hij kent de trends in de markt, branche en wetgeving die van invloed kunnen zijn op de (toekomstige) informatievoorziening. Dit neemt hij mee in zijn advies richting de organisatie.
De Informatiemanager heeft een regierol in de vertaling van keuzes die strategisch worden gemaakt. De kwaliteit van deze vertaling moet worden geborgd. Ook de haalbaarheid van strategische keuzes is een vraagstuk waar de Informatiemanager mee te maken krijgt. Hij komt voor een uitdaging te staan wanneer:
Strategisch Informatiemanagement en data-driven zijn twee termen die regelmatig in één adem worden genoemd. Steeds meer organisatie willen tegenwoordig immers data-driven zijn. Toch verschilt het per branche en zelfs per organisatie in hoeverre dit realistisch is, gezien de volwassenheid van de organisatie en het Informatiemanagement. Binnen branches zijn er verschillende generaties te ontwaren. Banken en verzekeraars hebben bijvoorbeeld een enorme digitale ontwikkeling doorgemaakt; hun primaire processen betreffen veelal administratieve handelingen, waardoor de innovatie van informatie is meegenomen in de digitale transformatie. In het onderwijs is die trend minder prominent; hoewel er in de klaslokalen flink is vernieuwd, wordt er op administratieve processen minder ingezet. Als een organisatie data-driven wil zijn, dan moeten er keuzes gemaakt kunnen worden op basis van benodigde data. Het is aan de Informatiemanager om deze basis op orde te krijgen, zodat hij gericht kan adviseren over keuzes die bijdragen aan de koers. De Informatiemanager is in die zin een onmisbaar element in de strategische innovatie van de organisatie.